vrijdag 7 augustus 2015

Dag 14: Room with a view and a hippo

Om half 8 zitten we in de auto voor een volgens de reisbeschrijving lange rit van 510 km over de Caprivistrook. Achteraf blijkt deze rit trouwens maar 410 te zijn, dus dat valt weer mee. Ook vandaag alles op een verharde weg. Het lijkt raar, dat in het armste deel van Namibië, waar vrijwel niemand een auto heeft, de wegen het best zijn. Reden voor deze keurige wegen is echter een strategische: voor het doen van de Zuid-Afrikaanse troepenverplaatsingen in de oorlog met Angola, was een verharde weg noodzakelijk.


De Caprivistrook is een landstrook van zo’n 450 km lang en gemiddeld 40 km breed die start voorbij het dorp Divundu. Het gebied lijkt totaal niet op wat we tot nu toe gezien hebben in Namibie, want het is vlak en er lopen verschillende grote rivieren die de natuurlijke grenzen vormen met Angola, Zambia, Zimbabwe en Botswana. Bewoners zijn veelal zelfvoorzienend en leven van landbouw, veeteelt, visserij en jacht. Tijdens het rijden zien wij overigens niets van al dat water dat hier is.

Bij Divundu stoppen we even bij het benzinestation. Ook hier weer een drukte van belang. In de plaatselijke supermarkt kun je zien dat klanten vaak van ver komen: meel en bruine suiker zijn alleen verkrijgbaar in zakken van meer dan 10 kilo.


De geasfalteerde weg over de Caprivistrook is kaarsrecht en er lijkt geen eind aan te komen. Vlak, bossig, nederzettingen, koeien en mensen die langs de weg lopen, ezelkarren en zowaar een enkele fiets.
We rijden door het Bwabwata National Park. Langs de kant staan massa’s waarschuwingsborden voor overstekende olifanten en wilde honden, maar die zien we helaas niet. Vooral wilde honden, met die maffe Mickey Mouse-oren, hadden we graag gezien. Wel moeten we een noodstop maken voor een overstekende stier; leve de autogordels.

In Kongola stoppen we bij een plaatselijke markt. Kramen vol met kleding, alles tweedehands. Zouden dit de zakken zijn die wij elke twee maanden vullen? We worden behoorlijk vijandelijk bekeken en als Henk een overzichtsfoto van de markt maakt, begint een van de dames luid te mekkeren.
Een eindje verder wordt een dode kudu van een aanhanger getrokken. Het gewei is er al afgehaald. Het beest zal op straat in stukjes worden gesneden en verdeeld. Dit hoeven we niet te zien.

Op 25 km van de doorgaande weg, bevindt zich de lodge voor de komende twee nachten: Namashasha River Lodge, gelegen aan een zijtak van de rivier de Kwando. We krijgen een hooggelegen huisje aan de rivier met een terras dat uitkijkt over het water en de rietvelden erlangs.


Als we met een kop koffie op het terras zitten, vraag ik Henk of hier krokodillen zouden zitten. “Nee joh, dat is veel te dicht bij de huisjes.” Hij heeft zijn zin amper af, als we een snurkend geluid en een boel geplons horen. Er dobbert een nijlpaard voor ons terras! Zo nu en dan komt hij omhoog of schurkt met zijn achterwerk in het riet om te poepen. Hij blijft de hele tijd in hetzelfde stukje van de rivier zitten en gunt ons zelfs een blik in zijn imposante bek!


De rest van de middag zitten we op het terras van de lodge. Blog uploaden in de spaarzame minuten 
dat wifi werkt, boekje lezen en genieten van de zon.


De sundowner drinken we ook op het terras. Achter ons zit een Amerikaanse familie van tien personen. ze vragen elkaar wat hun mooiste moment in hun leven tot nu toe was. Natuurlijk hebben  deze momenten allemaal tijdens familieuitjes plaatsgevonden. En op een manier zoals alleen Amerikanen dat kunnen, gaan ze elkaar vertellen hoe geweldig ze de ander vinden, hoeveel ze van iedereen houden en hoe goed het is om samen te zijn. Met een snik in de stem, luid en vol overgave zodat iedereen op het terras kan meeluisteren, maar bij ons het glazuur van de tanden doet springen!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten