Om half 8 zitten we in de
auto voor een volgens de reisbeschrijving lange rit van 510 km over de
Caprivistrook. Achteraf blijkt deze rit trouwens maar 410 te zijn, dus dat valt
weer mee. Ook vandaag alles op een verharde weg. Het lijkt raar, dat in het
armste deel van Namibië, waar vrijwel niemand een auto heeft, de wegen het best
zijn. Reden voor deze keurige wegen is echter een strategische: voor het doen
van de Zuid-Afrikaanse troepenverplaatsingen in de oorlog met Angola, was een
verharde weg noodzakelijk.
De Caprivistrook is een
landstrook van zo’n 450 km lang en gemiddeld 40 km breed die start voorbij het
dorp Divundu. Het gebied lijkt totaal niet op wat we tot nu toe gezien hebben
in Namibie, want het is vlak en er lopen verschillende grote rivieren die de
natuurlijke grenzen vormen met Angola, Zambia, Zimbabwe en Botswana. Bewoners
zijn veelal zelfvoorzienend en leven van landbouw, veeteelt, visserij en jacht.
Tijdens het rijden zien wij overigens niets van al dat water dat hier is.
Bij Divundu stoppen we even
bij het benzinestation. Ook hier weer een drukte van belang. In de plaatselijke
supermarkt kun je zien dat klanten vaak van ver komen: meel en bruine suiker
zijn alleen verkrijgbaar in zakken van meer dan 10 kilo.
De geasfalteerde weg over de
Caprivistrook is kaarsrecht en er lijkt geen eind aan te komen. Vlak, bossig,
nederzettingen, koeien en mensen die langs de weg lopen, ezelkarren en zowaar
een enkele fiets.
We rijden door het Bwabwata
National Park. Langs de kant staan massa’s waarschuwingsborden voor
overstekende olifanten en wilde honden, maar die zien we helaas niet. Vooral
wilde honden, met die maffe Mickey Mouse-oren, hadden we graag gezien. Wel
moeten we een noodstop maken voor een overstekende stier; leve de autogordels.
In Kongola stoppen we bij
een plaatselijke markt. Kramen vol met kleding, alles tweedehands. Zouden dit
de zakken zijn die wij elke twee maanden vullen? We worden behoorlijk
vijandelijk bekeken en als Henk een overzichtsfoto van de markt maakt, begint
een van de dames luid te mekkeren.
Een eindje verder wordt een
dode kudu van een aanhanger getrokken. Het gewei is er al afgehaald. Het beest
zal op straat in stukjes worden gesneden en verdeeld. Dit hoeven we niet te
zien.
Op 25 km van de doorgaande
weg, bevindt zich de lodge voor de komende twee nachten: Namashasha River
Lodge, gelegen aan een zijtak van de rivier de Kwando. We krijgen een hooggelegen
huisje aan de rivier met een terras dat uitkijkt over het water en de
rietvelden erlangs.
Als we met een kop koffie op
het terras zitten, vraag ik Henk of hier krokodillen zouden zitten. “Nee
joh, dat is veel te dicht bij de huisjes.” Hij heeft zijn zin amper af, als we
een snurkend geluid en een boel geplons horen. Er dobbert een nijlpaard voor
ons terras! Zo nu en dan komt hij omhoog of schurkt met zijn achterwerk in het
riet om te poepen. Hij blijft de hele tijd in hetzelfde stukje van de rivier
zitten en gunt ons zelfs een blik in zijn imposante bek!
De rest van de middag zitten
we op het terras van de lodge. Blog uploaden in de spaarzame minuten
dat wifi werkt, boekje lezen en genieten van de zon.
De sundowner drinken we ook
op het terras. Achter ons zit een Amerikaanse familie van tien personen. ze
vragen elkaar wat hun mooiste moment in hun leven tot nu toe was. Natuurlijk
hebben deze momenten allemaal tijdens familieuitjes plaatsgevonden. En op een manier zoals alleen Amerikanen dat kunnen, gaan ze elkaar vertellen hoe
geweldig ze de ander vinden, hoeveel ze van iedereen houden en hoe goed het is
om samen te zijn. Met een snik in de stem, luid en vol overgave zodat iedereen op het terras kan meeluisteren, maar bij ons het glazuur van de tanden doet springen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten