woensdag 19 augustus 2015

Dag 26: Waar zebra's weer paarden zijn

Frankfurt, tussenstop tussen Windhoek en Amsterdam. We hebben de hele nacht doorgevlogen en allebei wonderlijk goed geslapen. Ik had een tent gebouwd van mijn dekentje en kon languit met de benen onder de stoel voor me.
Rondom ons een soort hondenkennel van blaffende en snotterende vakantiegangers, getver. 


Nu een echte Starbucks en nog een paar uur wachten voor het laatste stukje naar Amsterdam. En dan zijn we na drieënhalve week terug in Nederland. Waar zebra's weer paarden zijn en buffels weer koeien. Waar we geen roodsnavelpierstaarten of groenpootruiters meer zien, maar merels en mussen. Waar de lucht veel minder fel blauw is, maar het gras wel veel groener. En waar we weer een kast hebben in plaats van een koffer. Heerlijk! 

dinsdag 18 augustus 2015

Dag 25: Einde van een heerlijke vakantie

’s Nachts opstaan om naar de wc te gaan is in zo’n vakantie als deze een ware opgave. Omdat je vrijwel elke nacht ergens anders slaapt en het ‘s nachts echt pikkedonker is, heb je geen idee waar je naar toe moet. Om de ander niet wakker te maken, wil je geen lamp aan doen. Maar zo schuifelend door een onbekende ruimte, wetend dat er een douchebak is waar je in kunt storten, is toch even iets anders. En als het halfvolle glas wijn naast het bed op de grond valt, had ik toch beter dat lampje kunnen kiezen!


De wekker staat op zes uur, zodat we de zonsopkomst kunnen zien. Nog een keer National Geographic vanuit ons bed. Vanaf morgen zien we weer huizen en auto’s om ons heen. 
De koffers worden opnieuw ingepakt. Alle drie weken geleden zo keurige stapels kleren zitten nu gesorteerd en wel in plastic zakken: donkerbont, lichtbont, wit en fijne was. Kan morgen zo de wasmachine in. Overbodige zooi gaat weg en een lange broek plus trui voor in het vliegtuig leggen we apart.

De rest van de dag wordt afzien. Tot 13 uur nog hier, maar daarna het betere hangen op Windhoek Airport.


We hebben een heerlijk vakantie gehad. 5000 km gereden. Mooie lodges en guesthouses gehad, maar ook een paar die we zelf nooit zouden uitkiezen. Onwijs veel gezien, veel gelachen, lekker gegeten (ja, ook gedronken!), dieren gezien die we nog nooit eerder hadden gezien, vreemde geluiden gehoord, ons gegeneerd voor de armoe hier, maar ook vol bewondering gekeken naar de trotse bewoners van beide landen en inspiratie opgedaan voor tekenlessen en leesteksten. 


Tja, en wat zouden we dan een volgende keer zelf anders doen? Naast de dikke tips in dit weblog, zijn er nog een paar die we niet genoemd hebben.

Ten eerste: huur een fourwheeldrive auto. Op de gravelwegen, en met name de D-wegen, is dit toch echt een stuk comfortabeler. 

Ten tweede: check heel goed de hotellijst die je krijgt en zoek op Zoover of Tripadvisor naar de reviews zonder over elk zeurderig commentaar te vallen. 

Ten derde: neem warme kleding mee. In onze zomer (daar winter) is het in zuidelijk Afrika overdag lekker weer, maar 's avonds en 's ochtends is het erg koud. Aan de kust is het ook overdag vaak koud. Wij hadden echt te weinig lange broeken en truien mee.

Ten vierde: als je ergens langer zit dan een nacht, kijk dan of er in de omgeving iets te doen is en je niet alleen aangewezen bent op de lodge. 

Ten vijfde: check het reisschema. Kloppen de afstanden? Wanneer is de terugvlucht? Hoe breng je die laatste dag door als je 's nachts gaat vliegen? 

Algemeen

  • Neem een TomTom en een goede kaart mee. TomTom kent niet alle wegen, daarvoor heb je dan weer de kaart.
  • Neem het Afrikaanse ritme aan. Sta op bij zonsopgang en ga eerder slapen dan je gewend bent.
  • Kans op malaria is in de Afrikaanse winter kleiner dan in de Afrikaanse zomer, maar slik voor de zekerheid wil malariapillen. 




maandag 17 augustus 2015

Dag 24: Terug naar Windhoek

Mijn armen en benen zitten onder de bulten en jeuken als een malle. Leve Henk’s rescue kit, die vandaag voor het eerst uit de koffer komt. Waren het zeer actieve muggen of toch die bedwantsen? Volgens de Duitse heer van gisteren, die ook een zware nacht heeft gehad onder die vieze nylon rozen, kan het nog veel erger. Schaterend vertelt hij over een hotel in Zimbabwe waar hij ooit sliep en waar de wantsen dansten op de hoofdkussens.

De laatste echte reisdag vandaag: 280 km naar Windhoek, vanwaar we dinsdagavond zullen vertrekken naar huis. Eigenlijk een verbazende keuze in onze reis om nog een nachtje in een lodge te zijn, als het vliegtuig pas om half 10 ’s avonds vertrekt: we hadden ook gewoon door kunnen rijden vanuit Zelda naar het vliegveld. 

Vandaag weer asfaltwegen, dus het schiet goed op. Namibië is veel heuvelachtiger dan Botswana, dat oogt toch mooier.


Gobabis is een grotere stad. In het centrum is een soort vaste markt waar waar mensen diensten aanbieden. Er zitten veel kappers, maar ook naaiateliers, schoenmakers en telefoonwinkeltjes. In een van de naaiateliers gaan we naar binnen. Vier vrouwen maken kleurige jurken vol glitters en bandjes voor speciale gelegenheden. Ze verstellen ook kapotte kleding. Dat wat hier nog versteld wordt, zit bij ons al lang in de Zak van Max. 


Vrolijke vrouwen en trots op hun zaak. We mogen uitgebreid foto’s maken, maar de oude dame wil niet lachend op de foto - ze heeft nog maar drie tanden!




Na’an Kusê Lodge ligt 40 km voor Windhoek verstopt in het binnenland. Net als bij de vorige lodge gaat de reisbeschrijving uit vanaf Windhoek. Wij komen van de andere kant, dus de wegenkaart doet goed dienst. Op de Tomtom is de lodge niet te vinden. Dikke tip: neem naast een Tomtom altijd een kaart mee. We hebben er heel vaak gebruik van gemaakt.

Na’an Kusê is een zogenaamd ‘wild sanctuary’; jonge dieren die verstoten zijn of waarvan de ouders dood zijn, worden hier grootgebracht. Investeerders zijn twee Nederlanders en Angelina Jolie. Zij was hier twee maanden geleden nog, vertelt een medewerker trots.
Het terrein is 19000 ha groot en de rough road ernaartoe is 8 km lang. Dat is nog eens een opritje! Er staan ver van elkaar af verschillende grote huizen op het terrein, die verhuurd worden. Bij de lodge staan zes kleinere huisjes, waar wij er een van krijgen. Een prachtig huisje met rieten dak en twee grote glazen schuifpuien, midden in de wildernis. 


Het huis heeft een groot terras met een overdekte vaste bank. Binnen staat een bed dat breder is dan dat het lang is. Geen rozendekens hier, maar sjiek wit en taupe. De douche hangt boven een grote bak in de betonnen vloer. 


Wastafels zijn van glas en het water loopt direct naar buiten. Wat een geweldige plek om de vakantie af te sluiten! We regelen een late check-out voor morgen en zo wordt de niet zo noodzakelijke vakantiedag nu een extra dag van volop genieten.


’s Middags gaan we met een jeep mee om de dieren die hier opgenomen zijn te voeden. De meeste dieren zijn door de Nederlandse eigenares van het terrein thuis grootgebracht. Als uitzetten in de natuur niet meer mogelijk is omdat de dieren zichzelf niet kunnen redden, leven ze hier verder op een omheind stuk land. 


Zo zijn er 13 bavianen in een ‘enclosure’, terwijl aan de andere kant van het gaas wilde bavianen lopen. Er zijn een paar hokken met lynxen, die ze hier caracals noemen, en een hok met drie cheetahs waarvan er een weg is voor filmopnamen. De cheetahs hebben twee jaren bij de eigenares in huis gewoond en gedragen zich als tamme katten.


Hierna gaan we naar de wilde honden. De op de plaatjes zo grappige beesten met hun Mickey Mouse-oren blijken vreselijke agressieve grote honden te zijn, die zich met zijn allen vechtend en krijsend op een stuk vlees storten.


In een volgende enclosure zitten drie leeuwen, een mannetje en twee vrouwtjes. De mannetjesleeuw is een dominant type. Terwijl hij constant vervaarlijk gromt, markeert hij zijn terrein door met zijn voorpoot door het zand te schuiven. Prachtig gezicht. 


Tenslotte zijn er nog twee luipaarden. In tegenstelling tot de cheetahs gedragen deze zich niet als tamme katten, afstand houden dus.


Rond half 6 zijn we terug in ons huisje, waar het uitzicht langzaam roze kleurt en de vogels steeds meer herrie maken. We eten in het restaurant.  Vooral de cappuccinosoep is een mooie vondst: pompoensoep in een koffiebeker, met daarbovenop een laagje opgeklopte room.


zondag 16 augustus 2015

Dag 23: Nostalgie of oude meuk?

Na het ontbijt verlaten we de Thamalakanilodge voor een rit van 500 km terug naar Namibië. Het is een dodelijk saaie weg, waar niets te zien is behalve bomen en struiken en om de 500 m een stel koeien of geiten die de weg oversteken. Het enige opwindende is de cattle fence waar we onze schoenen weer moeten ontsmetten.

In een onverwacht grote en moderne supermarkt in Ganzi maken we het restantje Botswaanse geld op aan Magnums, broodjes en een pot vijgenjam.
Op een van de picknickplaatsen aan de Trans Kalahari Highway lunchen we, tussen het achtergelaten afval en de koeienpoep. 




De grensformaliteiten gaan vlotjes. We hebben alle belangrijke bonnetjes nog, vullen er nog een paar extra in en betalen 240 dollar (20 euro) wegenbelasting aan een zeer chagrijnige douanedame die alleen communiceert in de vorm van het aanwijzen van briefjes en plakkaten.

We rijden naar Zelda’s Game and Guestfarm. In de reisbeschrijving staat een wonderlijke route: 95 km voor Gobabis ziet u twee witte muren, ga daar rechts af. Wij houden het op ‘20 km voorbij de grensovergang’.

De weg naar de farm ziet er veelbelovend uit. Rondom de farm ligt een onwijs groot stuk land waar diverse soorten vee gehouden worden. De entree van de lodge is mooi aangelegd, met veel planten en stromend water tussen diverse terrasjes door.
We krijgen een kamer vlak naast het restaurant en de bar. Met het binnenstappen van de kamer, zijn we ineens 45 jaar terug in de tijd. Een smal ledikant waar grote stukken fineerlaag vanaf gebrokkeld zijn, bedekt met een roze gebloemde nylon sprei met ruches. Er staat een kastje met bekers die wij in de jaren ’70 bij pottenbakkers kochten en de ribbeltegels op de vloer zijn 



De zeer grote badkamer is een soort slagerij: van onder tot boven wit betegeld, lekkageplekken in het plafond, een tl-balk zorgt voor de sfeerverlichting en er is een wastafel zonder spiegel. In de slagerij staat verder een lage kaptafel (zoals bij oma) met grote spiegel waaraan je je zittend kunt opmaken. Er tegenover is de wc, zodat je jezelf goed kunt observeren. Kom daar thuis maar eens om.





We zetten een kop koffie en gaan buiten op het terras zitten. Als mijn benen ineens vol met witte vellen zitten, zien we hoe bijzonder de kuipstoeltjes zijn: ze zijn geverfd en de verf laat gestaag los. Gelukkig zijn er erg veel gebloemde kussentjes met ruches om het lijf schoon te houden. 



Zelda's guestfarm bestaat sinds 1946 horen we. Oma heeft het ingericht zoals zij het mooi vond en er lijkt sindsdien weinig veranderd. Ook de eetkamer is oude meuk van de bovenste plank: vloerbedekking met grote bloemen, een kast vol prullaria die je zelfs bij de Kringloop niet meer kunt vinden en een old school kunststof vouwdeur. 
Tijdens het avondeten (wat trouwens erg lekker is), hebben we dikke lol met een Duits echtpaar dat vol verbazing langs de kasten met prullaria trekt. "Das nennt man Nostalgie," grijnst de man vet. Maar ook hij maakt zich ernstige zorgen over wat zich in 40 jaar zoal in een nylon beddesprei verzameld kan hebben. 




Aan het eind van de middag trekken we met de beheerder van de farm langs de dieren die er zoal verzameld zijn. Piet, de porcupine pig, reageert vrolijk op de geleverde aardappels; Tornado, het luipaard gedraagt zich als een vriendelijke kat en de naamloze emoe steekt zijn snavel diep in de soepgroente. Elk dier zit er met een reden en kan niet meer teruggezet worden in de natuur. 




Dan is het tijd om te gaan slapen. Snel de ogen dicht en de lamp uit; vooral niet nadenken over die sprei en de Duitse grappen daarover. 




De dikke tip van vandaag moge duidelijk zijn: ga maar niet naar Zelda's guestfarm! Dit is geen nostalgie, het is oude meuk waar je echt niet wilt zitten. Dan zijn er in de omgeving vast betere locaties te vinden!







zaterdag 15 augustus 2015

Dag 22: All clear?

Vroeg op voor de bootsafari in de Okavangodelta die de hele dag in beslag zal nemen. We ontbijten (mwah) en gaan bij de receptie zitten waar we om half 8 zullen worden opgehaald. Met een ‘Sorry we are late’ komt er om 8 uur een auto met een dame van Mosu tours. Ze heeft eerst drie Duitse toeristen opgehaald. We gaan naar de boot die voor het restaurant in de rivier ligt. Er is eerst wat verwarring, omdat de vrouw die ik gisteren aan de telefoon sprak zei dat we met een open jeep zouden worden opgehaald. De dame die de tour begeleidt spreekt echter zo slecht Engels, dat ze deze vraag (en alle andere vragen van vandaag) doorspeelt aan de man die de boot bestuurt.


Als de Duitse familie en wij ons hebben ingepakt in warme dekens, gaat de boot de Thamalakani-rivier op. Onderweg vertelt de bestuurder over de aardverschuiving die in 1982 is geweest, waardoor delen van het land onder water kwamen te staan en bewoners het hogerop moesten zoeken. De vele  paaltjes in de rivier zijn restanten van hun nederzetting.


Onderweg zien we veel vogels (jaja, zelfs vogels die wij kunnen waarderen!), een enkele krokodil en heel veel ezels en koeien die in het water staan te grazen. Langs de rivier staan her en der woningen, variërend van de zo bekende lemen hutten tot enkele superoptrekjes van de rich and famous.


Na een uur meren we aan in Boro, een nederzetting van 700 mensen aan de rivier. We worden ontvangen door zo’n 10 % van de bevolking. Vrouwen die koelboxen vullen, mannen die met bootjes in de weer zijn, anderen die in groepjes toekijken terwijl kinderen en geiten overal tussendoor lopen.
Candy (‘My name is Snoepje’) is de woordvoerder. Hij geeft ons een ‘short briefing’ over wat we vandaag gaan doen: met de mokoro-bootjes (uitgeholde boomstammen, tegenwoordig van polyester) varen we een uur door het riet. “All clear?” Daarna gaan we een ‘nature walk’ van een uur doen, waar we groot wild zullen zien. “Alle clear?” Dan is het tijd voor de lunch van een uur, om vervolgens terug te varen in een uur. “All clear?”

Voor we vertrekken, mogen we nog gebruik maken van het toilet, want plassen kan voorlopig even niet. We lopen het dorp in en worden naar een stenen hok met twee deuren begeleid. Dames en heren wc. De deuren sluiten niet, maar daar zijn we al aan gewend. Dat Namibiërs en Botswanen andere standaarden voor schone wc’s hebben, hebben we de afgelopen weken overal kunnen zien (en ruiken). Maar dit toilet is in het rijtje ranzig toch echt een klasse apart. 


Het is een gat in de vloer met een kunststof wc-pot erop. Als Henk de deksel omhoog doet, komt er een zwerm vliegen omhoog. Voordeel van de open deur is dat de beesten meteen naar buiten gaan. Hierna mag ik. Kokhalzend zie ik het gat in de vloer. Jammer voor de mensen die nog na ons moeten, maar van de schrik pies ik alles langs de pot op de grond. Vloertje is wel weer stofvrij nu. All clear.



Dan is het tijd voor de gondeltjes. We zitten er met zijn tweeën in, op plastic bureaustoelen waar het buizen onderstel vanaf is gehaald. De Duitsers zijn verdeeld over twee bootjes en ook de excursieleidster heeft samen met de koelboxen haar eigen mokoro.
De mokoro’s worden bestuurd door Snoepje en drie inwoners van Boro. Met een lange stok in de hand staan ze achterin het bootje en duwen het zo voort tussen het riet. Giethoorn in Botswana! 
Het is heerlijk ontspannen om zo door het riet te varen. Omdat je zo laag zit, kom je met je hoofd nauwelijks boven de rietstengels uit. Op stukken die wat meer open zijn, drijft een godsvermogen aan bloeiende waterlelies en drijfplantjes voor de vijver. Zo nu en dan vliegt er een vogel op, we zien een babykrokodil en een minikikkertje, maar qua beesten was dat het wel. Langzaam dutten we in. Heerlijk!





Na een uur (mensen van de klok hoor) meren de moroko’s af op een open plek onder de bomen. Snoepje gaat iets doen met een grote schep, de excursieleidster zet zes stoeltjes en twee tafeltjes klaar, de andere mokorovaarders gaan in het gras zitten en dan is er weer een short briefing. “We have four of the big five here: lion, leopard, elephant and buffalo. I hope we’ll see them all today, but that’s not sure. We walk through the fields with respect for the animals. No approaching, no yelling. All clear?”
Ook nu mogen we nog even gebruik maken van het toilet, want daarvoor had Snoepje die schep dus bij zich. ‘A hole in the ground’, maar die kan niet zo goor zijn als die in Boro.


 Niet alleen wij fronsen de wenkbrauwen bij dit verhaal, ook de Duitsers tonen verbazing. Het is 12 uur, midden op de dag en dus veel te heet voor dieren om actief te zijn. Maar Snoepje denkt ons de grote dieren te laten zien in een wandeling van een uur.
Natuurlijk is dit een groot debacle. We lopen in de brandende zon over een onafzienbare vlakte met een gids die zo nu en dan op een termietenheuvel klimt en zegt dat hij geen olifanten ziet. Joh! Ook met de verrekijker ziet hij enkel drie zebra’s die zeer ver van ons afstaan. Maar, the show must go on. “Unterteil des Programms,” zegt de Duitser, “davon kann man nicht abweichen.” Dus sjokken we opgewekt verder, bekijken vol bewondering een heuse termiet en veinzen verbazing als Snoepje teleurgesteld zegt dat het eiland vandaag leeg is.


Stipt op tijd arriveren we op de lunchplek, waar de excursieleidster de tafels heeft gedekt. Er staan schalen met rijst, stukken kip, salade en flesjes saus. In dit wonderlijke gezelschap van vier gondelaars, drie Duitsers en een excursieleidster, scheppen we ons bord vol. Prima gegeten, heerlijk gelachen om het verhaal van de bekeuring die de Duitsers hebben gekregen (en niet hebben betaald) omdat ze in Etosha hun hoofd buiten het raampje van de auto uitstaken. Ook grijnzen we stiekem om pa die wel 70 hippo’s tegelijk zag, maar door zoonlief fijntjes wordt gecorrigeerd. “Zwanzig, Vati.”
Vreemd is dat de gondelaars niet mee-eten en dat de excursiedame pas gaat eten als wij al klaar zijn. Is dat omdat gasten voor gaan, of moet ze zo de lunchtijd van een uur volmaken? Met haar volle bord (“Mein Gott, die Dame had einen Appetit”) lukt dit laatste buitengewoon goed.
Als ze haar bord leeg heeft, worden de spullen weer ingepakt. Nu is ons ook duidelijk waarom ze mee is: voor de catering. Verder heeft ze niets toegevoegd en alleen maar suffig voor zich uitgekeken.

De buiten wc verdient overigens een eigen foto. Wat een briljant bouwwerk! Gat gegraven, aluminium stellage erboven met een bril erop en plassen maar. Geen kans om naast de pot te piesen hier.

We gaan terug in de mokoro’s. De weg is gelijk, althans het riet is hetzelfde. Bij Boro worden de bootjes weer aangemeerd onder het toeziend oog van slechts een persoon nu. Voordat we met het gemotoriseerde bootje terug kunnen naar onze lodge, moet er echter nog een en ander worden uitgevochten. De gondelaars zijn het niet eens met de prijs die ze van Mosu krijgen. Het is een heel gekrakeel, waar wij enigszins onnozel bij staan te wachten. Als ik vraag wat het probleem is, reageert de excursiedame bits: ‘There’s no problem.’ Die vraag begreep ze dus wel.
Na tien minuten is het conflict opgelost (of niet) en gaan we in de boot terug naar onze lodge.


Als Henk de excursiedame vraagt of we wel in het national park zijn geweest (er stond een speciale fee op de vouchers), raakt de dame weer in paniek en speelt de vraag door aan de bestuurder van de boot. Er volgt een lange en vooral luidruchtige verhandeling over cattle fences en fees en national parks en dat wij toch echt wel de juiste trip hebben gehad. Daarna gaat hij door in zijn eigen taaltje, waarbij de excursiedame haar lachen niet kan bedwingen. We hebben heel sterk het gevoel dat we in de maling worden genomen. Onplezierig.


 Na het eten raken we bij het kampvuur aan de praat met twee Britten die al 20 jaar in Namibië wonen en een eigen zaak hebben in Francistown. Ze zijn heel negatief over het onderwijssysteem hier en de kwaliteit van de scholing van hun werknemers. In 2002 heeft de regering alle foreign teachers het land uitgeknikkerd en sindsdien is het onderwijs alleen maar slechter geworden, vertellen ze. De normen worden aangepast aan de resultaten en dus steeds lager. Hun eigen kinderen zitten op dure private schools. Dat er op de middelbare school in Francistown 65 meisjes zwanger zijn van leraren, kunnen we maar amper geloven. 


Mooie avond. Veel gehoord, en ook veel gelachen. It was nice meeting you, guys!