zondag 2 augustus 2015

Dag 9: Naar de himba's

Zondag 2 augustus

We hebben de wekker om 6 uur gezet om vanuit ons bed de opkomende zon te kunnen zien. Een soort National Geographic uitzending, niet op een beeldscherm maar in ‘t echt. Langzaam kleuren de grijsbruine bergen rood. Mooi gezicht.

Om 7 uur ontbijten we, pakken onze spullen in en vertrekken. Het is een relatief korte rit vandaag van 235 km. We bezoeken onderweg een particulier petrified forest; de officiële slaan we over. Versteende bomen van 3 miljoen jaar oud, onvoorstelbaar. Het zijn stenen, maar toch kun je zien dat het hout is geweest.



Hierna rijden we door naar Khorixas, een klein plaatsje aan de C39 en de hoofdstad van Damaraland. De benzinepomp en de supermarkt vormen het hart van het dorp en het is er dan ook een drukte van belang. Een man met een baal bruine suiker op zijn rug, een vrouw met een fietsenrekgebit in haar mooiste zondagse jurk en kinderen die om geld vragen trekken voorbij. Bij de pomp zien we een oude overdekte pickup auto met alleen een voorruit die heel is, de rest van de ramen is eruit of kapot. Achter het stuur zit een man, achterin de bak een vrouw met zeker zes kinderen; aan de bagage bovenop het dak te zien gaan ze op reis.
In de supermarkt doen we boodschappen en ontdekken dat we geen wijn kunnen kopen omdat het alweer zondag is. Stomme regel.

Omdat we vanmiddag om 16 uur in een Himbadorp moeten zijn, is het nog best aanpoten. De afstand is weliswaar niet groot, maar we zijn later vertrokken en het eerste stuk vandaag bestond uit de slechtere D-wegen,  waar je meestal niet harder kunt dan 50 km per uur.



Wild zien we vandaag niet; wel veel koeien en geiten, die de weg over geleid worden door honden. Om de paar kilometer staat een hutje waar mensen wonen. In vergelijking met de eerdere reisdagen is het hier best dichtbevolkt!



Vlakbij Kamanjab wordt de lucht steeds witter. Mist? Als onze ogen beginnen te tranen, hebben we het door: dit is stof dat in de lucht hangt. De zon is spookachtig geel door het stof en onze toch al smerige auto kleurt nu echt wit – van binnen en van buiten. Het stof dringt echt overal doorheen.
Blijkbaar is er dit gebied mond-en-klauwzeer, want we passeren een road block met matjes en spuitflessen waar we onze banden en schoenen moeten desinfecteren. 

Rustig Toko Lodge is een mooi guesthouse dat tegen een berg aan ligt. Onze kamer ligt hoog, dus weer een National Geographic uitzicht. Douchewater wordt verwarmd met hout. Bij het huis is een zwembadje, een mooie tuin en een sundownerplaats met open haard. En jawel, na twee wifiloze dagen hebben we weer contact met de buitenwereld!

Het himbadorp waar een bezoek voor ons gereserveerd is, ligt 50 km verderop. Dat is wel raar, juist omdat er op 500 m van het guesthouse ook een himba-nederzetting is. Maar goed, het is gereserveerd en betaald, dus we rijden er naar toe. Het bord dat ons volgens de reisbeschrijving na 20 km aangeeft waar we naar toe moeten, staat er helaas niet. We rijden 15 km verder maar komen niets tegen. Dan zien we dat er in de reisbeschrijving een kaartje staat waarop een wegnummer te lezen is; die was wel bij 20 km. Terug crossen (asfaltweg, dus smooth!) en stipt om 16 uur staan we bij de receptie. Maar daar is niemand. Het zal ook eens vanzelf gaan! Geen idee wat we moeten doen. Het gebied inrijden? Wachten? We besluiten het eerste en rijden zeker 5 km het himbagebied in om dan onverrichterzake terug te rijden. Niets, niemand. Dan zien we aan het begin van de weg een busje met toeristen staan, plus een Namibische gids die op zijn horloge staat te kijken. Die moeten we dus hebben.

Als het busje eindelijk weg is, is het al bijna half 5. Wij zijn ondertussen het schooltje binnengelopen, waar twee tafels en een stoeltje in staan. Aan de muur hangt een lijst met namen van leerlingen. Verder een poster met het alfabet en een met cijfers, een op een A-viertje getekende kaart van Namibië, een poster met de primaire kleuren en een kaartje met de schoolregels: geen lawaai, niet eten, stilzitten en geen lelijke woorden. 

De gids blijkt een vaag figuur. Het eerste wat hij ons vraagt is of we het biljet van 5 dollar dat hij net gekregen heeft kunnen wisselen. Vervolgens wijst hij op een man aan de overkant van de weg: “That’s my brother. He wants to drive with you to Kamanjab, because he might have malaria.” Twijfelgevalletje: wat moeten we doen? Achteraf lost het probleem zich vanzelf op, want broerlief besluit om toch maar morgen naar het ziekenhuis te gaan.

De gids showt ons dat hij een himba is: hij heeft geen ondertanden. Die trekken de himba’s eruit om zich te onderscheiden van anderen. Dit is overigens het enige dat hij uit zichzelf vertelt vanmiddag, de rest hebben we moeten vragen.
Hij neemt ons mee naar de himba village, een verzameling kleine hutjes en een omheind stuk grond voor de koeien. We zien voornamelijk vrouwen en kinderen, buiten de zieke broer en de gids dan. De vrouwen zijn gekleed in een geitenvel rok en zijn, buiten de versieringen om armen en benen, bloot. Hun huid is rood, ingesmeerd met een mengsel van vet en oker. Himba-vrouwen wassen zich nooit, het mengsel beschermt hen tegen hitte en vuil. In hun haren zitten extensions, omwikkeld met een soort was in dezelfde kleur als hun huid.

Er lopen heel veel kinderen de nederzetting, voornamelijk zeer jonge kinderen. De huiden van de meisjes zijn ook rood, die van de jongens niet. Tussen de vrouwen en kinderen door lopen kippen, honden en geiten. We kijken in een van de hutjes. Het is niet groter dan 2 m in doorsnee. Er liggen geitenvellen om op te slapen en er is een vuurplaatsje binnen. Kookspullen - pannen, vergiet, trechters, houten lepels e.d.  - hangen buiten in de boom of liggen op de grond. Daarna wordt er voor ons een koe gemolken door een van de vrouwen.



De kinderen (opvallend veel met snottebellen!) lopen in hun blootje, met enkel een doekje om hun middel. Hun speelgoed bestaat uit een plastic tas aan een touwtje of een lap die over de grond gesleept wordt.



Henk probeert foto’s te maken van een  klein jongetje, maar dat is nog een hele klus, want het jochie loopt steeds naar hem toe om de camera te zien. Het maken van foto’s voelt overigens toch wat gênant; het is als aapjes kijken. Overigens is Henk die schaamte al lang voorbij, hij knipt er lustig op los en vraagt de vrouwen zelfs om even mooi in het licht te gaan staan!


Na een half uur is de rondleiding van anderhalf uur voorbij. De gids brengt ons terug naar de auto en we rijden terug naar Rustig Toko, waar we net voor donker binnen zijn. Op het sundownerterras komen we twee mannen tegen die ook in de Vondelhof in Windhoek zaten. We raken aan de praat over hun en onze reis. Zij bleken bij de Sossusvlei wel in het Desert Camp geslapen te hebben, die bij ons overboekt zou zijn. Verbazing bij hen, want het kamp was lang niet vol. Overigens was de update die wij toen gekregen hebben volgens hen een dubbel goede. Zij gingen eten in de Sossusvlei Lodge omdat er in Desert Camp niets te eten was, maar omdat ze uit een ander kamp kwamen, mochten ze niet binnen eten maar moesten buiten zitten (en het was koud die avond).

Dus, dikke tip: kies meteen voor Sossusvlei Lodge en niet voor Desert Camp.  Vraag in de Sossuvlei Lodge dan om een huisje aan de rand van het park, zodat je niet tegen de andere huisjes aankijkt maar een mooi uitzicht op de omgeving hebt.

We eten die avond samen met Sjors en Jeffrey. Topavond! Veel wijn, veel gekletst en erg veel gelachen. Mannen, als jullie dit lezen: we vonden het super om jullie te leren kennen!


Om half 10 rollen we ons bed in. Morgen naar Etosha!

1 opmerking:

  1. Haha ik zie het Henk al doen inderdaad. Alles voor de foto he. Levert in ieder geval mooie plaatjes op.

    BeantwoordenVerwijderen