We worden om 8 uur opgehaald door een
guide van Living Desert Adventures voor een excursie over het woestijnleven.
Nadat ook een paar andere gasten zijn opgehaald, rijden we met twee jeeps de
woestijn bij Swakopmund in. Terwijl de guide van de tweede jeep een college van
meer dan een uur (dat mocht best wat minder …) geeft over de voedselketen van
de woestijndieren, zoekt de guide van jeep 1 naar de dieren die onder het zand
leven. En hij vindt ze: de witte spin die gangetjes graaft in het zand en die
met spinrag versterkt, zich bij gevaar van een duin laat afrollen en daarbij 44
keer per minuut om zijn as draait.
Een pootloze lizard die eruit ziet als een grote grijze regenworm en een gangetjes gravende gekko in mooie pasteltinten.
De heren hebben een scherp ook voor alles wat beweegt, want in wat wij als een steen zien, zien zij een donkergrijze kameleon.
Een pootloze lizard die eruit ziet als een grote grijze regenworm en een gangetjes gravende gekko in mooie pasteltinten.
De heren hebben een scherp ook voor alles wat beweegt, want in wat wij als een steen zien, zien zij een donkergrijze kameleon.
Interessant is de uitleg over de verschillende
kleuren zand die in de duinen voorkomen. Zo is er verschil tussen het fijne
gele en oranje zand dat veel ouder is dan het jonge en grovere witte zand.
De zwarte vegen op de duinen blijken niet afkomstig van vervuiling, maar zijn ijzerkorrels. Het bewijs wordt geleverd met een magneet.
Na een drankje bovenop een duin crossen de jeeps door het zand terug naar Swakupmond en worden we om 1 uur afgezet bij het guesthouse.
De zwarte vegen op de duinen blijken niet afkomstig van vervuiling, maar zijn ijzerkorrels. Het bewijs wordt geleverd met een magneet.
Na een drankje bovenop een duin crossen de jeeps door het zand terug naar Swakupmond en worden we om 1 uur afgezet bij het guesthouse.
’s Middags gaan we het stadje in. Bij de
plaatselijke Spar kopen we bodylotion, want we slaan langzamerhand wit uit van
de droogte en de korsten staan op onze lippen. Dikke tip voor Namibië: stop
overal Labello’s in en vergeet die bodylotion dus niet.
We zijn verbaasd over de prijzen in de
supermarkt, die zijn bijna Nederlands. Groente en fruit zijn echt duur en de
prijzen van meel, rijst en melk zijn vergelijkbaar met die bij ons. Dit hadden
we zeker niet verwacht in een Afrikaans land. Ook de restaurants zijn niet echt
goedkoop; het is wel minder dan bij ons, maar toch ben je voor een etentje met
zijn tweeën gauw 40 euro kwijt.
We lopen naar de craft market waar
toeristen hun keus kunnen maken uit producten van de locals: honderden houten
olifantjes, schaaltjes, maskers, bedrukte doeken, sieraden etc. Sommige
verkopers zijn wel erg opdringerig; we worden bijna ingesloten door twee van
hen. Mijn ‘Please, don’t follow us’ geeft een boel gemekker en we besluiten
maar weg te gaan.
We wandelen wat door het dorp, pakken nog een
terrasje en willen dan terug naar het guesthouse. Bij de auto staat iemand die
geld wil omdat hij op onze auto heeft gepast. We hadden hem echter niet
gesproken toen we de auto parkeerden, dus geven geen geld. Ook hier een boel
gemekker en we hebben het even gehad met de zwarte locals hier.
’s Avonds gaan we eten in The Tug. The Tug
is een restaurant aan de zee in een oude sleepboot. Het is er stampend druk.
Grappig is dat we de twee Duitse dames uit Windhoek weer tegenkomen. Ze zaten daar in hetzelfde
guesthouse als wij en waren ook mee met de excursie door de
Sossusvlei. Het eten in de Tug is goed, de wijn ook. Aanrader!
Wat een enge beesten!! En die mannetjes... Vervelend zeg
BeantwoordenVerwijderen