Hoe dan ook: tweeëenhalf uur
verder hebben wij onze Mitsubishi SUV, is Kevin van Bidvest Windhoek erg
verontwaardigd over zijn collega op het internationale vliegveld ("I'll
talk to the manager about this"), krijgt Lucas zijn fooi voor de niet
gehouden Meet & Greet en het gedoe met de auto en vatten wij dit alles maar
grijnzend samen met 'miscommunication'. Achteraf hadden we, als we de voucher
hadden gelezen, kunnen weten dat de auto bezorgd zou worden: deliver!
Maar goed, wie leest de vouchers? In de reisinfo stond er in elk geval niets
over. Dikke tip dus voor de infoschrijvers!
Na al deze perikelen is het tijd
om Windhoek, de hoofdstad van Namibie, te verkennen. We gaan eerst naar Katutura Township, 7 km buiten Windhoek. Deze township is rond 1960 ontstaan, toen de blanke
Zuid-Afrikaanse machthebbers vonden dat de zwarte bevolking uit Windhoek moest
verdwijnen en in hun eigen wijk moesten wonen. Apartheid, ook hier dus. De
township is vergelijkbaar met die we rond Kaapstad zagen: huisjes van
golfplaten en planken, maar ook stenen huizen. De grote wegen erdoorheen zijn
geasfalteerd, tussen de huizen lopen zandpaden. Voorzieningen in de vorm van
scholen, kerken, een winkelcentrum, gezondheidscentra zijn allemaal binnen de
township te vinden. Naast de ‘echte’ winkels, zijn er veel bewoners die hun
eigen winkeltjes op straat of in een schuurtje hebben, waar ze fruit en groente
verkopen, auto’s wassen of haren knippen. Op de straten is het een drukte van
belang. Opvallend is dat het vooral jonge mensen zijn; ouderen zien we niet,
kinderen des te meer!
Hierna gaan we naar het
centrum van Windhoek. We parkeren de auto voor de Duitse Christuskerk, waar
drie mannen graag op onze auto passen en ondertussen sleutelhangers knutselen
van noten.
In Windhoek zijn de
straatnamen soms Duits, dan weer Nederlands of Engels. De Bismarck Strasse gaat
naadloos over in de Robert Mugabe Street en de Stationsstraat.
We bekijken het enorme beeld
van de president die ervoor gezorgd heeft dat Namibië onafhankelijk werd in
1990. Het staat te pronken voor een vreselijk lelijk en pompeus gebouw dat voor
de voormalige Duitse vesting is neergezet. Het beroemde Reiterdenkmal, ooit
prominent aanwezig in de stad, staat nu gestut zodat het niet omvalt, op een
binnenplaatsje van de vesting. Het is bedoeld als herinnering aan de Duitse
soldaten die aan het begin van de 20e eeuw zijn gestorven tijdens de
opstanden van de inheemse bevolking van Namibië.
Duitse invloeden zijn verder
te zien aan een paar vakwerkhuizen, gedenkstenen met namen van Duitse soldaten
en een zeer naargeestige plaquette van negers die opgehangen zijn in de boom
onder het toeziend oog van Duitse soldaten. Laat de Namibiërs daar ook nog maar
een mooi presidentieel beeld voorzetten.
Windhoek is eigenlijk een
erg lelijke stad. Het is een ratjetoe aan gebouwen waar maar weinig moois aan
is. Ook de bezienswaardigheden uit het boekje kunnen ons niet echt boeien. We
besluiten te gaan lunchen, maar dat is nog een heel gedoe in een stad waar op
zondag alles dicht is! Gelukkig vinden we een restaurantje, waar we het
lekkerste knoflookbrood ooit eten. Daarna gaan we terug naar de Vondelhof, om
nog even een paar uurtjes van de zon te genieten voor het weer zo koud wordt!
’s Avonds eten we bij Joe’s
Beerhouse, een openlucht restaurant in een soort Westernstijl. Terwijl er weer
drie mannen op onze auto passen, eten we naast de open haard biefstuk van kudu,
oryx en gemsbok, maar proeven het verschil eigenlijk niet. Het is gewoon
lekker!
En om half 10 liggen we in bed, te koud om lekker buiten te zitten.
Arme lucas
BeantwoordenVerwijderen