Vandaag gaan we naar de
Victoria Falls. Het is niet zo vroeg als gisteren, maar wel te vroeg om te
kunnen ontbijten. Kwart voor 7. Gelukkig staat er al wel yoghurt, daar moeten
we het maar even mee doen.
We worden opgehaald door een
chauffeur, Hoops, die ook nog Denen ophaalt op een camping in Kazangula.
Vandaag weer een boel
grensperikelen, maar we komen dan ook in drie landen. De eerste hobbel is geen
probleem: het verlaten van Botswana. We krijgen een exit-stempel en rijden naar
stop nummer 2, de toegang tot Zimbabwe. Hier is de rij langer. Er zitten drie
mannen in uniform achter de balie. Een van hen doet niets en kijkt wat verveeld
op zijn computer. Nummer twee casht 30 dollar per persoon voor een visum.
Hiervan schrijft hij een bonnetje in een old school boekje met carbonpapier –
naam, paspoortnummer en het betaalde bedrag. Zo ontstaan er drie bonnen die dan
weer een voor een met een stevige klap gestempeld worden. Mannetje drie scant
de paspoorten en plakt er een prachtige sticker in met daarop ook weer een
stempel.
We hebben pech dat een gezin
voor ons met eigen auto Zimbabwe in wil. De meeste mensen huren een private
driver omdat ze alleen naar de Victoria Falls willen. Minstens een kwartier
duurt het afhandelen van gezin plus auto en de rij zuchtende Europese
wachtenden groeit tot ver buiten het douanehokje.
We stappen weer in de auto
voor fase 3: het afgeven van het gestempelde bonnetje waaruit blijkt dat we
echt betaald hebben. En dan gaat de poort open. Een mooie ouderwetse
grensafscheiding met verzwaard eind, handmatig bediend. Those were the days.
Dan zet Hoops de sokken
erin. Ondanks de aangegeven maximale snelheid van 80 km per uur, knalt hij met
een vaartje van 130 km door het Zimbabwaanse nationale park zodat we om 9 uur
op een parkeerplaats bij de Victoria Falls staan, die hier overigens Vic Falls
worden genoemd.
Entree van het park is
opnieuw 30 dollar en ook voor de plattegrond (formaat flyer) moet betaald
worden. Regenjassen zijn te huur, maar die hebben we zelf bij ons.
We gaan eerst naar het beeld
van Livingstone, de Schotse ontdekkingsreiziger die de watervallen als eerste
Europeaan zag en zo onder de indruk was dat hij ze naar de Engelse koningin
vernoemde. Hierna volgen we het pad dat langs de watervallen loopt.
De Victoria Falls zijn een
van de zeven natuurlijke wereldwonderen, waar ook de Grand Canyon en de
Hymalaya onder vallen. Over een breedte van 1700 m stort de rivier de Zambezi
zich hier in een kloof van 108 m diep. Het pad langs de watervallen loopt door
een regenwoud van 2 km lang en 100 m breed, het enige dat er in Zimbabwe te
vinden is en zijn bestaan te danken heeft aan de 3200 mm regen die hier
jaarlijks valt als gevolg van de opstijgende damp van de waterval.
Over de schoonheid van de
watervallen hoeven we weinig te vertellen, daar zijn alle superlatieven te
matig voor. Als twee kleine kinderen lopen we al oh-end en ah-end langs die
enorme watermassa met het fototoestel in de aanslag. Het naar beneden
donderende geweld veroorzaakt een enorme mistwolk en op sommige viewpoints
regent het echt! Onze eerste Afrikaanse regen.
De meeste viewpoints hebben
hekjes (geweven takken!), maar bij Danger Point staat niets. Betreden op eigen
risico. Het is een partij natte rotsen van waaraf je een geweldig uitzicht op
de diepte onder je hebt. Met samengeknepen billen maken we er onze eerste echte
selfie, net als al die andere toeristen die er overigens vaak zo’n handige stok
voor hebben.
Vanaf de laatste
uitzichtplek zien we de beroemde Victoria Falls Bridge over de Zambezi, waar bungeejumpers zich luid krijsend in de diepte storten.
Terug naar de uitgang
bezoeken we de viewpoints in omgekeerde volgorde nog eens. De zon staat wat
hoger en is niet meer volledig verdwenen in de mist. Het geeft een ander licht
op de watervallen, maar de beroemde regenboogfoto’s gaan wij niet maken.
Devil's Cataract |
Dan
maar koffie in Rainbow Café. Echte koffie!
De chauffeur rijdt ons naar
de brug. Deze is in 1905 gebouwd en is onderdeel van de treinverbinding tussen Kaapstad en
Cairo. Hij verbindt de landen Zimbabwe en Zambia, de grens ligt midden op de
brug. Om er overheen te mogen lopen, hebben we een dagpas nodig. Onze douane-angst
is hier niet nodig, want we krijgen vlot een briefje met een stempel.
De afstand tot de brug door
het niemandsland tussen Zimbabwe en Zambia is nog een heel eind zo in de
brandende zon. Auto’s komen amper over de weg, wandelaars en fietsers des te
meer. En dat wat hier op een fiets past, daar huren wij een aanhanger voor.
Vanaf de brug hebben we weer
zicht op het laatste stukje van de waterval en de boiling pot waar nu ook
mensen op bootjes te zien zijn. We zien de ijzingwekkende sprongen van de
bungeejumpers van dichtbij, bekijken de zipliners die aan een ijzeren kabel over
het ravijn suizen en staan natuurlijk met een voet in Zimbabwe en de andere
voet in Zambia.
Na de craft market, waar
vooral heel veel houtsnijwerk en beeldjes staan, rijden we terug naar onze
lodge. Het was een lange dag, maar het beeld in ons hoofd zullen we nooit vergeten.
Main Falls |
’s Avonds halen we
onverantwoord voedsel bij KFC en hangen heerlijk op ons terras.
Prachtige foto's, indrukwekkend!!
BeantwoordenVerwijderen